Het verslag
Maick Nijhuis 3T2
1.
Titel: Wolf waakt in de nacht.
Auteur: Jan Postma.
Uitgever: Kluitman.
2.
Het is zomervakantie. Arne en Paul Westra hebben nu zes weken vakantie. Arne en Paul willen in de vakantie iets bij verdienen. Dat komt omdat ze niet op vakantie gaan. De jongens doen nu ook al elke dag in de vroege morgen de krant bezorgen maar dat vinden ze niet genoeg. Dezelfde middag gaan ze surfen. Als ze aan het surfen zijn bedenken ze een plan. Toen ze thuis bij hun moeder kwamen zeiden ze het, we gaan op huizen passen als de mensen op vakantie gaan. De jongens gaan naar hun kamer (ze slapen allebei op dezelfde kamer). Op een kamer maken ze een mooi briefje dat ze de volgende morgen bij de kranten gaan bezorgen.
Graag uw aandacht, mevrouw/ meneer
Wij zijn de krantenjongens uit deze buurt.
Wij hebben nu zes weken vakantie. Maar we blijven dit jaar thuis.
Heel graag willen wij, als u met vakantie gaat, op uw huis passen.
Wij willen ook uw dieren verzorgen.
Als u een hond heeft, laten we hem ook uit.
Wij hebben een echte politiehond en die hond helpt ons bij het oppassen.
Deze hond is nergens bang voor.
Hij staat zijn mannetje.
Wij zijn ook nog goede judoka’s.
Allebei hebben wij de bruine band.
U kunt os bereiken op telefoonnummer 3245-769126 in Hilversum.
Doen!
Arne en Paul hadden ook nog een mooi briefje opgehangen bij de supermarkt. De volgende dag werd er gebeld door professor Jorritsma. Ze hadden met meneer Jorritsma afgesproken dat ze de volgende dag zouden langskomen. De professor vroeg of de jongens een week op het huis kon passen want hij ging met zijn vrouw een week naar Frankrijk. Toen ze de volgende dag naar Professor Jorritsma gingen (ze namen Wolf de hond ook mee) zagen ze dat het een lange man was. Toen ze in het huis waren zagen ze dat die mooie antieke klokken aan de muur had hangen (in die tijd waren er veel dieven die op antieke klokken uitging). Even later waren ze in het achterhuis kwamen zagen ze dat hij ook twintig motoren had staan. Een paar dagen later gaan ze naar het huis van de professor want hij gaat weg. Nog dezelfde avond (om 20:00u) gaat bij de professor in het huis de telefoon. Arne neemt de telefoon op en zegt zijn naam maar in de tussen tijd wordt er aan de andere kant weer neergelegd. Arne denkt dat het de dieven waren die even belde of er iemand thuis was. Hij dacht dat de dieven nu niet kwamen want ze weten dat er iemand thuis is. Die nacht is er niets gebeurt. De volgende avond gaat de telefoon weer op dezelfde tijd als de dag ervoor. Arne wou de telefoon weer opnemen maar Paul zei dat die dat niet moet doen. Paul dacht dat dit weer de dieven waren om te kijken of er iemand thuis is. Toen de telefoon was gestopt met rinkelen belde Arne de politie om te vragen of ze het huis een beetje in de gaten wouden houden. Toen ze de politie hadden gebeld deden ze alle lichten uit en gingen ze zelf in de gang zitten met de hond. In die nacht hoorde de jongens een auto stoppen voor het huis van de professor. De mannen in de auto deden de lichten uit van de auto. De jongens hadden nog niets gehoord maar Wolf spitste zijn oren want hij hoorde het wel. De jongens hadden niets gehoord want de mannen hadden de auto al uit gedaan. Er stapte twee mannen uit de auto. Toen hoorde de jongens het ook dat er dieven er waren. Een man sneed een gat in het raam zodat ze naar binnen konden. Toen de twee mannen midden in de kamer stonden kwamen de jongens met Wolf tevoorschijn en pakten ze de twee mannen. Toen ze de twee mannen hadden vast gebonden belde Arne de politie. Toen de politie er was namen ze de twee mannen mee want ze werden al langer gezocht. Uit eindelijk kregen de twee mannen twaalf jaar gevangenis straf.
3.
Jan Postma
"Misdaad loont niet," zegt Jan Postma vaak. Dat kan hij als geen ander weten, want hij heeft zijn hele leven bij de politie gewerkt. Jan is geboren op 1 juli 1932 in Hardegarijp (Friesland). Het schrijven moet hem altijd in het bloed hebben gezeten, want op school ging het maken van opstellen hem heel gemakkelijk af. Zijn lievelingsvak op school was dan ook opstellen schrijven, maar ook geschiedenis vond hij heel erg leuk. Jan had een hekel aan wiskunde.
Bron: www.kluitman.nl/auteur/jan-postma/
4.
Ik vond het wel een leuk boek om te lezen. Er waren leuke stukjes zoals dat Arne, Paul, Wolf en de rechercheur op het spoor van de dieven van de antiekklokken waren. Het was vooral op de spannende momenten zoals dat ze in het huis van Jorritsma waren en er dieven in het huis probeerden in te breken.
5.
De schrijver creëerde spanning door de personages in een gevaarlijke situatie te plaatsen en onverwachte wendingen.
Met de tijd en opbouw gebruikte de schrijver versnellingen en verteltempo’s. En de schrijver verteld het verhaal in een chronologische volgorde.
De schrijver gebruikte de ik-vertelsituatie want Arne en Paul zijn het bijna altijd aan het woord.
De personages:
Arne en Paul: hoofdpersonen- zelfverzekerd, vasthoudend en kalm.
Mr. Westra, mevr. Westra en Wolf: bijfiguren - aardig, lief.
Aukje, de rechercheur en de dieven: figuranten - nieuwsgierig.
Maak jouw eigen website met JouwWeb